Toen hij elf was nam Victor Furtado zijn eerste solo-album op. Hij is nog steeds een tiener, en Dellorto Island is zijn derde album, en je zit er met open mond naar te luisteren, want deze jonge banjospeler is niet zomaar een virtuoos, hij is zo’n zeldzame virtuoos die alles wat hij gehoord heeft en wat hij goed vindt onmiddellijk verwerkt in zijn eigen muziek en zijn eigen composities. Luister naar het titelnummer van Dellorto Island en je zit echt met open bek van bewondering te luisteren – je hoort Furtado daar solo, net als in bijvoorbeeld Clifftop Belle.

Maar Furtado kan meer – hij is ook een geweldige teamspeler, waarbij hij laat horen dat hij niet alleen goed kan samenspelen, maar ook kan improviseren – dan komt bluegrass soms dicht tegen jazz aan te liggen, en wordt de muziek nog spannender dan je zou verwachten. Drie fiddlespelers, Nate Leath, Aila Wildman en Andrew Vogts, gitarist Danny Knicely, mandolinespeler en tenorgitarist Eli Wildman en bassist Sean Newman vormen hier de perfecte band, zoals je meteen in de opener Rattletrap kunt horen, een traditional die deze band volledig naar haar hand zet. Maar ook in het door Furtado geschreven Branches and Vines is de band lekker op dreef. Hij heeft overigens zeven van de zestien nummers op dit album zelf geschreven, op zijn vorige album waren dat er nog aanzienlijk minder.

Het is verleidelijk om je hier een hele reeks aan fragmenten te laten horen, maar ik ben beperkt, en als je deze vier fragmenten goed vindt moet je het album zeker aanschaffen. Een jonge virtuoos om te blijven volgen.

Luister hier naar een paar fragmenten: