Ik werd goedgekeurd voor militaire dienst toen ik rond de twintig was. De procedure om militaire dienst te weigeren zette ik meteen in. Het duurde nogal een tijd voordat ik daar iets van hoorde. Ondertussen gingen vrienden van ons, die net zoals wij hadden besloten militaire dienst te weigeren, op verschillende plekken vervangende dienst doen. Zo ging een vriend van mijn broer in een psychiatrische inrichting werken als sociale dienstplicht. Na twee jaar had hij aan zijn maatschappelijke plicht voldaan en was hij van zijn dienstplicht af. Toen had hij, door middel van die arbeid, een schuld terugbetaald aan de maatschappij. Maar welke schuld was mij niet geheel duidelijk. Welke schuld moest ik eigenlijk aan die maatschappij terugbetalen?

 

Ik had al twee jaar, als leerlingverpleegkundige, in een psychiatrische inrichting gewerkt. Maar alleen omdat ik die plicht VRIJWILLIG was aangegaan, telde ie niet.

 

Vreemd.

 

De dienstplicht die ik moest ondergaan, was niet zozeer gericht op de dienst die ik moest verlenen, maar op de plicht die ik moest accepteren. Door dienstplicht te ondergaan, welke dienstplicht dan ook, zou ik erkennen dat ik aan iets of iemand anders toebehoor. Dienstplicht is eigenlijk een eufemisme voor slavernij. En het feit dat de staat mij aan dienstplicht meende te mogen onderwerpen, gaf aan dat de staat zijn burgers feitelijk als bezit beschouwde, als lijfeigenen, zeg maar.

 

Ik behoor niet aan iemand anders toe. Niet direct en ook niet indirect. Niet via God en niet via de staat. Er is geen enkele reden waarom ik zou toestaan dat wie dan ook, om wat voor een reden dan ook, mij tot een dienst zou mogen verplichten. Ik ben de samenleving niet verplicht mezelf op te offeren voor die samenleving.

 

Alles wat ik doe is mijn verantwoordelijkheid. Ook als ik het in opdracht van een ander doe. Daarom zal ik mijn verantwoordelijkheid nooit uit handen geven. Daarom zal ik elke dienstplicht weigeren. Altijd.

 

Dat betekent niet dat ik geen plichten aanga. Maar die enige die mij tot een dienst kan en mag verplichten, ben ikzelf. Niemand anders.

 

Op dit moment is er geen actieve dienstplicht, maar op elk moment kan de staat besluiten het weer in voeren, en op die manier zichzelf het recht te geven, burgers als bezit te beschouwen, waarover te beschikken valt zoals de staat goeddunkt. Om de zoveel tijd is er wel iemand die het invoeren van sociale dienstplicht een goed idee vindt.

 

Ik ben het daar niet mee eens.

 

De essentie van vrijheid is dat ik de verantwoordelijkheid neem voor mijn handelen. Alleen door mijzelf te bezitten kan ik mijzelf vrij noemen. En alleen daarom al kan ik me niet onderwerpen aan dienstplicht.

 

In een vrije samenleving hoort het tot diensten verplichten niet thuis.

 

En ik weiger een onvrije samenleving te dienen!

 

Slavernij is de ultieme vernedering.

Het is het eigen bezitsrecht ver boven het bestaansrecht van je medemens plaatsen. Maar als je accepteert dat de ene mens de ander kan bezitten, dan accepteer je ook dat je zelf als bezit beschouwd kan worden.

 

De waarde van een mensenleven is dat leven zelf. De tijd en de kwaliteit van leven. De tijd van bestaan en de kwaliteit van dat bestaan. Als je zou kunnen kiezen tussen honderd jaar bestaan zonder rijkdom of tien jaar bestaan waarin je heel de wereld kan bezitten, waar zou je dan voor kiezen? Honderd jaar leven met aandacht en liefde of tien jaar leven in een enorme weelde. Honderd jaar genieten omdat je er voor anderen kunt zijn of tien jaar lang anderen ertoe kunnen bewegen er voor te zorgen dat het jou aan niets ontbreekt? Wat is belangrijker; je bestaan of je bezit?

 

In de Dao De Jing staat

 

Je reputatie of wie je bent, wat is belangrijker?

Wie je bent of wat je bezit, wat is waardevoller?

Winnen of verliezen, wat is schadelijker?

 

Wie ik ben, daar gaat het om.

De rest is daaraan ondergeschikt.

 

Na anderhalf jaar werd ik bij een psycholoog geroepen.

Die keurde me af voor dienstplicht.

Terecht.

Ik ben er niet geschikt voor.

 

Te eigenwijs.

 

Maar ook eigenwijsheid is een vorm van wijsheid.