4

 

Wekenlang was het rustig, totdat ik dan bijvoorbeeld nietsvermoedend diefje-met-verlos deed, achter een struik hurkte en plots ineen kromp van de pijn. Een vlammende scheut joeg dan door een kies en wit van ellende ging ik naar huis, waar mijn moeder lauwe kamillethee maakte om te spoelen. Het hielp geen zier. Vaak haalde ik kiespijnwatjes bij de drogist om de hoek. Dat waren wasachtige bolletjes in een klein kartonnen doosje met vetvrij papier, die je diep in de aangetaste kies moest stoppen en dan een pijnstillende werking zouden hebben. Niets hielp. Soms was de boel zo ontstoken dat de pijn ondraaglijk was. Het klopte in boven- en onderkaak, in tanden en kiezen, in tandvlees en wortels.

Huilend lag ik in bed, en er kwam altijd een moment dat de pijn ondraaglijk werd. Dan zat er maar één ding op. Eerst afstand creëren, dan de buitenaardse wezens.
Dat ging zo. Het begon met de scheurende kiespijn, waar ik me eerst tegen probeerde te verweren door mijn kaken stijf op elkaar te klemmen. Soms hielp dat even. Zo niet, dan ging ik over op plan B. Ik liet de pijn dan eerst helemaal doorkomen, zonder verzet. Ik ontspande mijn kaken, mijn wangen, mijn hoofd. De weerstand tegen de pijn moest opgeheven worden. Dat was niet eenvoudig en het kostte ook wel enige oefening voordat ik daartoe in staat was. Tijdens de eerste minuten vloeide de pijn dan bijna ondraaglijk mijn hoofd in. Hij lekte door mijn kaken, sloeg door de voortanden en de snijtanden, en nestelde zich met gloeiende haken in mijn kiezen.

Zo moet het gaan met mensen die gemarteld worden. Maar als de pijn onontkoombaar is en onhoudbaar lijkt, komt er een moment dat je je er tegenover móet verhouden. Anders ga je waarschijnlijk dood.

Ik knipte de pijn in stukken en ging hem beschrijven. ‘’Kijk, in de bovenkaak zit nou typisch een geval van scheuten die niet alleen in de kies blijven, maar zich ook bemoeien met omringende percelen. Daarnaast zit een klein, geïsoleerd pijntje dat een beetje lijkt op een heipaaltje, een klein geniepig heipaaltje met een vast ritme erin, aangejaagd door de bloedstromen in de aderen. En, ooh jongens, in die voortanden zit een interessante. Die dekt, als een stervoetballer, de hele breedte van de vier voortanden, althans, wat daar nog van over is. Hij vergeet er geen een en slaat met zijn mokerhamer in een ijzeren regelmaat op de gevoeligste punten. En daaronder, oei, dat is ook een goeie. Die strijkt met een soort ganzenveer over een open zenuw, die daardoor als een snaar gaat trillen’’. En zo ploegde ik mijn hele mond door als een verkenner in een maanlandschap.

Ik stelde me vaak voor dat ik in dat kleine ijzeren bed bekeken werd door ruimtewezens, die een speciale studie maakten van de gevoelens van de mens. Zij konden voelen wat ik voelde, en hadden daar een interessant observatie-experiment van gemaakt. Ik keek dan met hun ogen naar dat meisje in dat bed met die kiespijn en leerde zo de kiespijn objectiveren.

De buitenaardsen waren geschokt over de pijnlijke wreedheid van het leven op aarde en gingen walgend in hun ruimteschepen weer naar huis. Ik persoonlijk ben ervan overtuigd dat we daardoor nooit blijvend buitenaards bezoek hebben gehad.