Hier ziet u het bordje pap afgebeeld, waarmee de laatste aflevering eindigde.

molenaars kindermeel

Iedereen die tot de jaren zestig opgroeide heeft vrijwel zeker Molenaar´s kindermeel tot zich moeten nemen. Eind negentiende eeuw vond Pieter Molenaar, die inderdaad molenaar was, een rijstepapje uit op verzoek van een huisarts die tobde met een ziek kind. U snapt: wonderbare genezing, de mare ging door het land. En daar stond fluks het onderstaande fabriekspand. Aan de Nauernasevaart te Westzaan. Inmiddels al weer afgebroken en vervangen door een non-descript dertien in een dozijn nieuwbouwwijkje. Lust je nog pap…

papfabriek...

Dit waterverfje (in de vorige aflevering stond er ook al één) was bedoeld voor een album van Molenaar´s kindermeel. Immers de Zaanstreek: Verkade albums. Alleen wilde Molenaar´s kindermeel dit album uitgeven in 1957, toen er al in geen eeuwen meer een plaatsjesalbum was verschenen (de felkleurige kanariepieten van rizla daargelaten). Na twee dozijn plaatjes hield het op en het album kwam er nooit. Maar voor die plaatjes hadden ze wel een goede aquarellist gevonden, de Westzaanse schilder Willem Jansen. Voor het internet een wereldprimeur deze afbeeldingen!

boerderij in westzaan...

langs de zaan...

westzijderveld...

gorters hoek

weelsloot...

Die had vaker met het bijltje gehakt, want in de jaren dertig deed hij mee met één van de bekende provincie albums van Hille (mijn vader werkte bij Verkade, dus Hille beschuit was om te gille…). Om precies te zijn het album Limburg.

Hier een paar plaatjes uit de reprint uit de jaren zeventig, die ik –o schande- nooit heb ingeplakt. Ik vond Jansen in de jaren vijftig beter op dreef. Maar toen aquarelleerde hij zijn eigen woonomgeving, die hij ook in zijn vrije werk altijd schilderde. Limburg was broodwerk. Het plaatje rechtsboven van een niet meer bestaande situatie met parallelkanaal bij de Servaasbrug in Maastricht vind ik wel een juweeltje.

plaatjes van hille...

Uit het album nog een stukje buitengewoon oubollige tekst van jonkheer en veelschrijver Jan Feith. Wellicht komen we ooit over hem nog eens te spreken, maar dan zijn we niet meer bij de sluimerende letteren maar bij de “in coma”-afdeling beland. Het tekstje gaat over Maastricht om de uitbater van dit magazine te plezieren. Het tekeningetje is uiteraard niet van Jansen, maar van een vlotte tekenpen uit het jo spiertijdperk; ook getekende vlotheid kan dateren. De tekst is tevens een alibi, omdat deze aflevering anders geen letteren maar alleen plaatjes zou bevatten.

bladzijde 89...

 

Hans Schoen