erik voermans the tale of orpheus & eurydice met yuri honing, sopraan- en tenorsaxofoon
Erik Voermans is een veelzijdig man – hij was niet alleen decennialang de beste muziekrecensent van Nederland (voor het Parool, waar hij vrijwel elke dag stukken schreef, naast zijn heerlijke vaste wekelijkse rubriek Eerste hulp bij klassieke muziek), hij is ook een virtuoos gitarist en componist, die onder meer muziek maakte bij de gedichten van Lucebert, een geweldig album opnam met trompettist Eric Vloeimans, of Godenlicht, een compositie voor digitaal orkest en trompet. Maar er ligt ook een dikke pil met interviews en andere stukken over muziek – Van Andriessen tot Zappa, en daarna schreef hij zelfs een roman, Neubach, waarin ook weer de muziek een hoofdrol speelt.
Als zo’n man het verhaal van Orpheus en Eurydice oppakt om er een instrumentale compositie van te maken kun je om te beginnen alleen al bewondering hebben voor het lef, want die Griekse mythe draait om te beginnen al om muziek, en de componisten die het verhaal als inspiratiebron gebruikt hebben zijn niet de minsten – Monteverdi, Gluck, Telemann, Haydn, Offenbach, Stravinsky, Milhaud, Henze en Birtwistle noem ik hier, maar dan ben ik niet eens compleet. Voermans maakt er bovendien een instrumentaal drieluik van.
Het verhaal, in het kort: Muzikant en zanger Orpheus wil zijn gestorven geliefde Eurydice na haar dood terughalen uit het schimmenrijk. Onmogelijk, maar zijn muziek doet wonderen – eerst verleidt hij met zijn muziek de veerman die hem de rivier des doods moet overzetten, dan temt hij de hellehond Cerberus met zijn muziek en tenslotte weet hij zelfs Hades, de heerser over het dodenrijk met zijn jammerklacht te vermurwen. Hij mag zijn geliefde meenemen op één voorwaarde – zij moet achter hem aanlopen en hij mag pas omkijken als ze allebei boven zijn. En daar gaat het uiteraard altijd mis.
Het verhaal wordt hier in drie delen “verteld” – het eerste, korte deel Orpheus Weeps is een klaagzang voor elektronica en gitaar, waarin Voermans laat horen hoe goed hij is in het weglaten – “less is more” is overigens in de totale compositie van toepassing, want de stiltes en de kleine accenten (een minimaal piano-akkoord op de juiste plaats) geven een maximum aan effect – je houdt je adem geregeld in en zit soms met een brok in je keel te luisteren. Dat geldt vooral ook als Yuri Honing in het lange tweede deel The Tale of Orpheus & Eurydice met zijn sopraansax de wanhoop van Orpheus weet te vangen.
Orpheus Lament is het afsluitende korte laatste deel, waar je als luisteraar mooi naar het eind wordt geleid en je in stilte achterblijft. Een stuk waar geen applaus achter hoort, maar stilte. Even rustig bijkomen.
Op een vreemde manier doet het stuk op bepaalde momenten denken aan Mike Oldfield’s Tubular Bells, maar zonder de kitsch, om het zo maar te zeggen, met alle respect. Maar het is feitelijk net zulke ongrijpbare, niet te classificeren muziek. Grensoverschrijdende nieuwe klassiek? Ach wat. Gewoon een goed moment kiezen, er voor gaan zitten en luisteren!
- Erik Voermans – The Tale of Orpheus & Eurydice – Attaca
- Bestel de cd rechtstreeks bij platenmaatschappij Attaca voor 15 euro
Luister hier naar een paar fragmenten: