
de ontwikkeling van mijn denken door ruud moors 18 verdienen of verkrijgen?
Het allereerste baantje dat ik heb gehad was aardbeienplukken. Een tante van me vroeg of we dat wilden komen doen, omdat de aardbeienboer, die zij persoonlijk kende, om handen verlegen zat. Dus gingen mijn moeder, mijn broer en ik, samen met die tante aardbeienplukken voor een stukloon. We kregen betaald per kilo. Ik was er niet echt goed in. Het was wel gezellig om zo samen te werken, en we konden de aardbeien die we geplukt hadden, voor het bedrag kopen dat die boer er bij de groothandel voor kreeg. Het verdiende niet echt veel, maar ik was pas twaalf, dus elke gulden extra was winst.
Toen ik vijftien was kreeg ik, via een schoolvriend, een vakantiebaantje bij een pretparkje in Valkenburg. Ik stond er bij de kabelbaan. Ook dat baantje verdiende niet erg goed, maar het vervelendste was dat je weer naar huis gestuurd werd als het slecht weer bleek, of er te weinig bezoekers waren. Omdat ik uit Maastricht kwam, kwam het op een zekere dag voor dat ik meer geld aan het reizen naar Valkenburg kwijt was, dan ik die dag verdiend had. Na een uurtje was ik namelijk weer weggestuurd, vanwege de miezerregen. Ik ben niet meer teruggegaan.
Na de MAVO ging ik werken als leerlingverpleegkundige in een psychiatrische inrichting. Dat was zowel fysiek als mentaal zwaar werk. Omdat we tegelijkertijd een opleiding genoten, had ik in vier weken geen acht maar slechts zeven dagen vrij. Eén vrije dag moesten we inleveren voor de studie. Ik verdiende er niet echt veel. Wat me wel opviel was dat de mensen die afstudeerden allemaal ontslagen werden en vervangen werden door nieuwe leerlingen. Als je afgestudeerd was, moest de inrichting je namelijk een hoger salaris betalen. Leerlingen waren goedkoper.
Nadat ik als potentiële verpleegkundige mislukt was, werkte ik een tijd via een uitzendbureau. Ik begon als fabrieksarbeider bij Jonker Fris. Het was zwaar werk. Het was ook vies werk. Na een dag tussen de augurken gewerkt te hebben, stonk ik naar azijn en was mijn huid helemaal gerimpeld. De hal waar ik werkte was vol lawaai. Je kon met niemand communiceren. Als je even naar de wc moest, moest je daar toestemming voor vragen. Dan kreeg je bars te horen dat je niet langer dan vijf minuten weg mocht blijven. De meeste werknemers in die fabriek waren gastarbeiders. Harde werkers. Als hen na een ploegendienst werd gevraagd om er een dienst achteraan te draaien, dan deden ze dat braaf. Zo maakten ze werkdagen van zestien uur. Ik heb dat één keer gedaan en kwam volslagen uitgeput thuis. Die gastarbeiders deden dat week na week, en ook in de weekenden werkten ze gewoon door. Ik verdiende er, in 1973, 125 gulden per week (dat is minder dan 60 euro). Toen ik na vijf weken tegen het uitzendbureau zei dat ik daar niet langer wilde werken, kreeg ik te horen dat ik het, als uitzendkracht, nog lang had volgehouden. De meesten hadden er na een week of twee al de brui aan gegeven.
Mijn ervaring is dat je met hard werken niet echt veel geld kan verdienen. En dat niet alleen, maar ook dat als je hard moet werken, je weinig respectvol wordt behandeld.
In 1984 kreeg ik een baan op HBO-niveau. Het was een parttime-baan bij een vormingscentrum. Ik werd aangenomen als publiciteitsmedewerker/vormingswerker voor vier dagen in de week. Daar kreeg ik zo’n tweeduizend gulden voor. Dat was meer dan mijn vader ooit verdiend had als uitvoerder in de bouw (terwijl dat een veel zwaardere en verantwoordelijkere baan was). Heel erg hard werken was het niet. Om eerlijk te zijn, ik verveelde me soms stierlijk, vooral tijdens ellenlange vergaderingen waarbij er meer geroddeld werd dan dat het werkelijk ergens over ging. Iedereen leek zijn gang maar zo’n beetje te gaan. Het kwam zelfs voor dat mensen tijdens werktijd naar de kapper gingen en dan terugkwamen om trots hun nieuwe kapsel te laten zien. Niemand die dat aanstootgevend leek te vinden. Wat een contrast met de verpleging of het werken in een fabriek. Na een tijdje vroeg ik of ik minder kon gaan werken, omdat ik mijn werk makkelijk in minder tijd kon doen. Als ik ergens een hekel aan heb dan is het aan verveling.
Waarom kreeg ik voor dit werk zoveel meer betaald dan voor mijn werk in de verpleging of in de fabriek? Het was niet omdat ik harder moest werken, integendeel. Maar waarom dan wel?
Waarom krijgt de ene persoon, per uur, zoveel meer betaald dan de ander? Aan de investering in tijd kan dat niet liggen. Een uur is een uur, ongeacht de persoon die dat uur investeert. Wat investeer je dan nog meer? Je inzet? Maar als die inzet bepalend is voor je loon, waarom kreeg mijn vader dan niet veel meer betaald dan ik? Mijn vader werkte harder, zowel fysiek als mentaal. Hij had meer verantwoordelijkheid en werd meer gemist als hij er een dag niet was. Zijn investering in zijn werk was veel hoger, maar toch verdiende hij per uur minder. Zou het dan kunnen zijn dat mijn merites, mijn kennis en deskundigheid het verschil maakten? Toen ik met mijn baan als publiciteitsmedewerker/vormingswerker begon, had ik geen flauw idee wat dat precies inhield. Dat heb ik gaandeweg geleerd. Mijn vader was een vakman. Hij was niet alleen een kundig timmerman, maar had ook een opleiding gehad om als uitvoerder te kunnen werken. Ik heb de boeken gezien die hij daarvoor moest bestuderen. Niet alleen moest hij honderden soorten houtverbindingen, metselverbanden, materiaalkennis en kennis van bouwstijlen beheersen (mijn vader werkte in de restauratiewerken), maar hij moest dat werk ook allemaal regelen en een heel team van vakmensen aansturen. Daar kwam een grote hoeveelheid logistiek bij kijken. Zijn merites waren dus veel groter dan die van mij.
Waarom verdiende ik dan meer per uur?
Ik had collega’s die een universitaire opleiding hadden. Die deden hetzelfde werk als de collega’s die een HBO-opleiding hadden, maar ze verdienden meer. Vanwege hun opleiding. Niet vanwege het werk. Ze deden het werk niet beter, ook niet slechter trouwens, maar verdienden toch meer. ‘Ja, maar ze hebben ook langer gestudeerd,’ werd er dan gezegd, maar feitelijk had ik, met twee HBO-opleidingen, langer gestudeerd.
Hoeveel je per uur verdient heeft niets te maken met je inzet of je merites. Van hard werken is nog nooit iemand rijk geworden. Dat wil niet zeggen dat mensen die rijk zijn geworden niet druk bezig zijn. Maar druk bezig zijn en hard werken, dat is niet hetzelfde. Dat Bill Gates druk bezig is, wil ik wel geloven, dat hij hard werkt, daar geloof ik niet zoveel van. In ieder geval niet zo hard dat dat zijn uurloon rechtvaardigt. In 2014 ‘verdiende’ Bill Gates ruim 10 miljard euro, dat is bijna 41 miljoen per dag. Zelfs als hij 20 uur per dag zou ‘werken’ is dat ruim 2 miljoen per uur. Kun je dat ‘verdienen’? Stel dat een vakman die een grote inzet toont en echt verstand van zaken heeft 100 euro per uur verdient, dan zou Bill Gates dus in staat moeten zijn om het werk van 10.000 van dat soort vaklui in zijn eentje te kunnen doen, onafgebroken 20 uur per dag. Ik kan me dat niet voorstellen.
Het is, in onze huidige tijd, mogelijk om 2 miljoen per uur te verkrijgen. Dat is een gegeven. Bill Gates bewijst dat. Maar dat kan niet gebaseerd zijn op verdienste. Een uur van Bill Gates duurt net zo lang als een uur van een vuilnisman in de straten van Calcutta. De inzet van Bill Gates zal niet wezenlijk hoger zijn dan de inzet van een gitaarbouwer of uitvoerder in de bouw. Het enige verschil zou zijn merites, zijn deskundigheid, kunnen zijn. Maar zijn bijdrage aan de computerwereld is nou ook weer niet zo groot. Microsoft is immers niet meer dan een goedkopere, maar slechter functionerende kopie van Apple. De basis voor Microsoft heeft Bill Gates niet zelf verzonnen, maar voor vijftigduizend dollar van iemand anders gekocht. Netzomin als Disney de bedenker van Mickey Mouse en Donald Duck is geweest, is Bill Gates degene geweest die Microsoft verzonnen heeft.
Je wordt niet rijk van hard werken, althans niet van zelf hard werken, maar wel van het er voor zorgen dat je in de positie komt waarin je het meest kan profiteren van het harde werk van anderen. Dat is waarom een aannemer in de bouw, die niet veel meer doet dan het werk aannemen, zoveel meer verdient dan de uitvoerder, die zorgt dat het werk daadwerkelijk uitgevoerd wordt.
Dat is overigens ook waarom de oprichter van uitzendbureau Randstad ruim vier miljard euro heeft weten te vergaren. Hij heeft dat niet zelf verdiend, hij heeft die verdienste aan anderen weten te onttrekken. In dit geval aan uitzendkrachten. Dat is waarom ik zeg dat je niet rijk wordt van hard werken, maar dat je, als je rijk wilt worden, moet zorgen dat je in de positie komt waarin je het meest kan profiteren van het harde werk van anderen.
15 Miljardairs
16 Mensenoffers