
de ontwikkeling van mijn denken door ruud moors 34 aandacht en liefde
Je reputatie of wie je bent, wat is belangrijker?
Wie je bent of wat je bezit, wat is waardevoller?
Verkrijgen of verliezen, wat is schadelijker?
Wie een groot verlangen koestert, betaalt daar een hoge prijs voor.
Wie veel verzamelt, zal zeker veel verliezen.
(Laozi)
Er waren eens twee broers. De ene werkte in de bouw als uitvoerder. Hij bouwde huizen, restaureerde historische panden, verbouwde een stal tot atelier, en een hooizolder tot woonhuis. De ander werkte als makelaar en kocht en verkocht panden. De ene was er trots op dat hij verkrotte panden vakkundig opknapte en de ander dat hij, door onderlinge afspraken met andere makelaars, tijdens executie-verkopen huizen voor een habbekrats wist te kopen en met veel winst wist te verkopen. De ene was mijn vader en de ander was mijn oom.
Voor mijn vader was het essentieel dat hij was wie hij was. Voor mijn oom was het essentieel dat hij was wat hij was en dat hij bezat wat hij bezat. Hij was trots op het feit dat hij omging met wethouders, burgemeesters en andere hotemetoten en hij was trots op de rijkdom die hij had weten te vergaren. Het kostbaarste gedeelte van de erfenis die mijn oom achter liet, zit in de portemonnee van zijn enige kind. Het kostbaarste gedeelte van de erfenis die mijn vader achter liet zit in de herinnering die zijn kinderen en kleinkinderen aan hem hebben, in hun hart. Dat geldt zelfs voor zijn jongste kleinkind dat bijna twintig jaar nadat hij gestorven is, is geboren. Niet alleen erfde mijn zoon mijn vader’s naam, maar via mij, door de verhalen die ik hem vertelde, ook de geest van zijn grootvader.
Mijn vader leefde niet voor zichzelf. Alle geld dat hij verdiende werd aan ons besteed, aan het gezin. Hij gaf zijn loon aan mijn moeder, die hem vervolgens zakgeld gaf, dat hij dan weer voor een groot deel uitgaf aan uitgaan met mijn moeder (ze gingen regelmatig naar een dancing in België omdat mijn moeder erg van dansen hield) of aan extraatjes voor ons, zijn kinderen. Toen mijn moeder klaagde dat we het toch wel erg krap hadden, werkte hij een tijd lang in de avonduren bij, zodat mijn moeder wat meer te besteden had. Dat betekende dat hij maanden lang meer dan twaalf uur per dag werkte. Omdat ze van muziek hield kocht hij een radio, en later een bandrecorder voor haar, terwijl hij zelf niets met muziek had. Dat waren grote uitgaven in die tijd. Mijn vader was blij als mijn moeder blij was. Mijn moeder was blij als mijn vader haar blij maakte.
Mijn vader was trots op zijn werk. Hij deed het met aandacht en liefde. Wanneer we door de stad liepen, wees hij op allerlei details die hij in gevels van oude gebouwen zag. Toen in het Stokstraatkwartier, waar hij uitvoerder was, een Romeins badhuis werd gevonden, liet hij ons, we zaten nog op de lagere school, langskomen om die restanten te bekijken. ‘Nu kan het,’ zei hij, ‘straks worden al deze resten vol zand gestort, zodat we verder kunnen restaureren. Zo wordt alles bewaard, maar zichtbaar zal het dan niet meer zijn.’ Hij was terecht trots op zijn vakmanschap. Als ik in Maastricht kom loop ik vaak even door het Stokstraatkwartier in het besef dat mijn vader de uitvoerder was van de restauratie van dit gebied. Het ziet er nu, ruim vijftig jaar na die restauratie, nog steeds prachtig uit. Ik heb dat gebied nog gezien toen het alleen nog maar uit verkrotte panden bestond. Als ik zie wat mijn vader daar, samen met de bekwame vakmensen die tot zijn team behoorden, van gemaakt heeft, kan ik alleen maar ontzag hebben voor zijn vakmanschap. Voor de aandacht en liefde waarmee hij zijn vak uitoefende.
Hij had oog voor kunst, maar natuurlijk niet de middelen om veel kunst te verzamelen. Toch hadden wij wel een aantal kunstwerken in huis. Er hingen twee etsen van een Limburgse kunstenares voor wie hij een stal tot atelier had omgebouwd. Als dank voor alle aandacht en vakmanschap die mijn vader daarin had gestoken, had ze hem die twee etsen geschonken. Ook stond er een klein abstract beeldje op de schoorsteenmantel. Tijdens een expositie gekocht van een beginnend kunstenaar die, toen mijn vader in de buurt van de academie een oud pand restaureerde, een keer een stuk oud eikenhout van hem gekregen had. Later was die kunstenaar terug gekomen om het kunstwerk dat hij daarvan gemaakt had te laten zien. Daar was mijn vader danig van onder de indruk geweest. De kunstenaar had er een ketting uit gebeeldhouwd, waarvan de schakels onlosmakelijk met elkaar verbonden waren. ‘Nou wil ik mijn eikenhout terug!’ had mijn vader lachend geroepen. Onder de indruk van dat vakmanschap was hij, samen met mijn moeder en mijn broer, naar een expositie van die kunstenaar gegaan en daar had hij een paar beeldjes gezien die hij mooi vond. Bijzonder was dat hij mijn broer, die toen vijftien was, de uiteindelijke keuze liet bepalen omdat hij het vertrouwen had dat mijn broer daar oog voor had. Dat beeldje was nog net betaalbaar, maar kostte toch meer dan een weekloon. Toen mijn broer, een paar jaar later, een zeefdruk van Joost Swarte kocht, toen zo’n zeefdruk nog betaalbaar was, was mijn vader daar meteen weg van. Mijn broer gaf het hem, tot zijn grote vreugde, in bruikleen. Het hing op een prominente plaats in de kamer. Vanaf zijn zitplaats op de bank had hij er goed zicht op. Of hij een groot kunstkenner was, betwijfel ik, maar hij had wel degelijk oog voor kwaliteit.
Hij was midden in de zomer jarig en daardoor vergaten wij, als pubers, zijn verjaardag vaak. ‘Ach, dat geeft niks,’ zei hij dan, ‘ik hecht niet aan verjaardagen.’ Mijn moeder’s verjaardag vergaten we nooit omdat ze de dag voor kerstmis jarig was. Niet echt een datum om snel te vergeten. Op een gegeven moment realiseerde ik me dat ik wel heel slordig met mijn vader’s verjaardag omging en zorgde ervoor dat ik er dat jaar wel aan dacht. Toen ik op zijn verjaardag langs kwam met een cadeautje bleek hij dat wel degelijk heel erg leuk te vinden, niet vanwege het cadeautje, maar vanwege het feit dat ik er aan gedacht had. Vanaf dat moment vergat ik zijn verjaardag niet meer.
Aandacht en liefde. Mijn moeder was vooral bezig met het verkrijgen ervan. Mijn vader was vooral bezig aandacht en liefde te geven. Mijn moeder kon nooit genoeg aandacht en liefde krijgen. Eigenlijk had ze er altijd een tekort aan. Ook als ze het over vroeger had, ging het vooral over het tekort aan aandacht en liefde dat ze ervaren had. Mijn vader had het nooit over de aandacht en liefde die hij tekort kwam of was gekomen. Daar was hij niet mee bezig.
Aandacht en liefde kun je niet bezitten. De enige manier om aandacht en liefde te hebben is door aandacht en liefde te geven. De aandacht en liefde die je geeft komt vanzelf weer bij je terug.
Dat is wat mijn vader ons, zijn kinderen, heeft geleerd. Niet door het ons te vertellen, maar door het voor te leven. ‘Onderwijzen zonder woorden,’ noemt Laozi dat.
De wereld wordt mooi als je er met aandacht en liefde naar kijkt. Saaiheid en verveling bestaan dan niet meer. De leegte die je in jezelf voelt, verdwijnt als je je omgeving en de mensen om je heen met aandacht en liefde beschouwt. Of misschien moet ik het anders zeggen; de leegte die je in jezelf voelt is de ruimte waaruit je de aandacht en liefde kunt putten die je aan de wereld kunt geven. Daar wordt alles rijker van. Zowel de wereld als jezelf.
15 Miljardairs
16 Mensenoffers
24 Te speels voor mijn leeftijd
25 Is psychologie wel een wetenschap?
28 Herbelevingen en machteloosheid
29 Is de aard van de mens goed of slecht?