
de ontwikkeling van mijn denken door ruud moors 36 de politiek van de angst
Vervloekt zijn zij altijd en overal;
vervloekt zijn zij dag en nacht en ieder uur;
vervloekt zijn zij als zij slapen en als zij waken;
vervloekt zijn zij als zij eten en als zij drinken;
vervloekt zijn zij als zij zwijgen en als zij spreken;
vervloekt zijn zij van de kruin van hun hoofd tot de zool van hun voeten;
mogen hun ogen blind worden;
mogen hun oren doof worden;
moge hun mond stom worden;
moge hun tong aan hun verhemelte vastkleven;
mogen hun handen niets meer aanraken en hun voeten niet meer lopen.
Vervloekt zijn hun ledematen;
vervloekt zijn zij als ze staan, als ze liggen en als ze zitten;
mogen zij begraven worden met honden en ezels;
mogen de roofzuchtige wolven hun lijken verslinden.
Deze vervloeking van de katharen werd, voorafgaand aan de kruistocht tegen de katharen van 1209, op last van paus Innocentius III in alle rooms-katholieke kerken uitgesproken.
Angst is de macht van de duisternis
Bij de aanval op de stad Béziers, waar zich katharen verborgen zouden houden, vroegen de kruisvaarders die de stad belegerden aan de kardinaal die dat leger aanvoerde, hoe ze onderscheid konden maken tussen de katharen en ‘echte’ katholieken. De kardinaal antwoordde toen: ‘Doodt hen allen, God zal de zijnen herkennen.’
Uit verslagen uit die tijd
‘Toen ze optrokken naar Béziers hebben de priesters en de wereldlijke leiders besloten dat elk kasteel dat weerstand biedt, elke koppige stad genomen zal worden en tot knekelhuis gemaakt. Zelfs geen pasgeborene zal in leven gelaten worden.’
‘Vrouwen renden radeloos door de straten, mannen, grijsaards, krijsende oude vrouwen, snelden allen naar de kerk, waar de alarmklok luidde. Die kerk? Een slachthuis. Het bloed stroomde er langs de beschilderde muren. Geen kruis stopte de moordenaars!’
Wie die katharen waren die zo nodig door de rooms-katholieke kerk met het zwaard uitgeroeid moesten worden? Ze noemden zichzelf Chrétien, oftewel christenen of ‘vrienden van God’ (Amis de Dieu). Ze waren principieel geweldloos, aten geen vlees, kaas en eieren of dierlijke vetten, en beschouwden mannen en vrouwen als gelijken. De ‘misdaad’ die ze begingen was het niet erkennen van de macht van de rooms-katholieke kerk en diens priesters, bisschoppen en paus.
Voor de kerk was het essentieel dat iedereen gehoorzaamde aan de dogma’s van die kerk. Dat er volgelingen van Christus waren die Christus zelf wilden volgen, kon natuurlijk niet.
Paus Innocentius III had als ambitie de totale onderwerping van alle machthebbers en hun ondergeschikten aan de kerk, dat wil zeggen, aan de paus als vertegenwoordiger van God op aarde. De politiek van de rooms-katholieke kerk was totalitair. Iedereen diende zich te onderwerpen aan die kerk, niemand uitgezonderd. Pas door je te onderwerpen aan het rooms-katholieke geloof ben je een ware christen, zo leerde de kerk. De katharen beweerden daarentegen dat je pas een ware christen wordt door je als zodanig te gedragen. Door je als een christen te gedragen en angst te overwinnen, word je een vrij mens. Zo verlos je jezelf. Mensen die dat geloofden werden nog erger gevonden dan heidenen. Bram Moerland beschrijft in zijn boek ‘De Katharen’ (waar ik bovenstaande informatie aan heb ontleend) hoe hij in 1988 een rooms-katholieke lezing bezocht waarop een vertegenwoordiger van het bisdom Utrecht op één van de vragen uit het publiek antwoordde met: ‘Dat riekt naar zelfverlossing.’ De discussie die daarop dreigde te ontstaan kapte hij af met de opmerking: “Ja, kijk eens, die vraag hebben we in de dertiende eeuw toch definitief beantwoord? Ik zie de zin er niet van in om daar steeds weer op terug te komen.’ Het ‘antwoord’ waarnaar hij verwees was de totale uitroeiing van de katharen door de inquisitie. Wrang.
De katharen gebruikten geen geweld en vervolgden niemand, omdat ze er van overtuigd waren dat mensen alleen in vrijheid tot zelfverlossing konden komen om op die manier Christen te worden.
Nadat ik het boek over de katharen van Bram Moerland gelezen had, besefte ik ineens waarom de paters op mijn middelbare school zo geschokt waren toen ik mijn eigen religie had opgericht, waarbij de belangrijkste stelregel was dat iedereen zelf maar moet weten of hij of zij in God wil geloven of niet. Hadden ze gedacht dat ze dat soort ideeën in de dertiende eeuw voorgoed hadden uitgeroeid, kwam er ineens zo’n snotneus met diezelfde ‘ketterse’ ideeën. Dat kon natuurlijk niet. Maar ja, de inquisitie was niet meer toegestaan, dus wat moet je dan met zo’n ongelovige? Ik geloof dat ik nu wel begrijp waarom ze me het leven zo zuur hebben gemaakt.
Wat me ook opviel was de overeenkomst van de rooms-katholieke kerk in de dertiende eeuw met de fundamentalistische islam zoals die zich uit in IS en Boko Haram. Dezelfde wreedheid, dezelfde machtswellust, waarbij onderwerpen geen middel is, maar doel. Dezelfde minachting voor vrouwen en zachtaardigheid. Nog een opvallende gelijkenis is de haat tegen geloofsgenoten die een andere visie op het geloof hebben. Een grote verachting voor geweldloosheid en mensenliefde. En eenzelfde satanisch plezier in bloedvergieten, martelen, pijnigen en vernederen.
Het is de politiek van de angst.
De kruistochten tegen de katharen waren feitelijk gericht tegen de vrijheid van geloven. Het was een oorlog tegen de vrijheid met als middel de angst. De oorlog die IS en Boko Haram voert is ook een oorlog tegen de vrijheid met behulp van de angst. Machtswellustelingen maken per definitie gebruik van angst, van terreur. Iedereen die door middel van angst anderen aan zich probeert te onderwerpen is, per definitie, een terrorist.
Als je de angst voor de angst verliest ben je pas echt vrij. Als je je door angst laat onderwerpen ben je je vrijheid kwijt.
Als een religie gebaseerd is op onderwerping door middel van angst, dan is die religie de vijand van vrijheid. Dan vecht haat tegen liefde, intolerantie tegen tolerantie, afwijzing tegen acceptatie, hardheid tegen zachtheid, vernedering tegen gelijkheid en machtswellust tegen beheersing. Als je voor onderwerping door middel van angst kiest, haat prefereert boven liefde, intolerantie boven tolerantie, afwijzing boven acceptatie, hardheid boven zachtheid, vernedering boven gelijkheid en machtswellust boven beheersing, welke God aanbid je dan? Is een God die kiest voor onderwerping door middel van angst, die kiest voor haat, intolerantie, afwijzing, hardheid, vernedering en machtswellust geen kwaadwillende God? En als God kwaadwillend is, waarom zou je je dan aan die God onderwerpen? Zo’n God kan alleen door middel van angst onderwerpen. Voor zo’n God kan ik niet kiezen. Zelfs niet uit angst. Het enige wat dan nog rest is angst te overwinnen en mezelf te bevrijden van de angst. Angst maakt onvrij. Dat betekent ook dat als ik mijn angst voor de angst overwin ik vrij word.
In extreme gevallen betekent dat dat ik de angst voor de dood moet overwinnen. Dat is wat de katharen als keus overbleef. Als je niet meer bang bent voor de dood, hoe kun je dan nog door dreiging met de dood onderworpen worden?
Als de mensen niet bang zijn voor de dood,
hoe kun je ze dan nog doodsangst aanjagen?
Als je de mensen dwingt onveranderlijk bang te zijn voor de dood,
dan is het eigenaardig als je denkt ze te kunnen overheersen door middel van de dood.
Degene die plezier heeft in het doden van mensen,
is niet in staat om zijn idealen te verwezenlijken.
Dat zijn twee uitspraken van Laozi.
Uiteindelijk heeft de rooms-katholieke kerk alles verloren waar ze voor vocht. De liefde van Jezus Christus verloren ze al vroeg in hun bloedige pogingen om andersdenkende christenen te elimineren. De universele macht verloren ze door de reformatie. En tijdens mijn leven maakten ook de gelovigen die in de kerk geboren werden zich er massaal los van. En nog steeds taant de macht van de kerk. Uiteindelijk zal dat met IS en Boko Haram ook gebeuren, hoewel ik hoop dat dat marginalere groeperingen zijn dan de rooms-katholieke kerk is geweest. En dat ze ook eerder weer tot het verleden zullen behoren.
15 Miljardairs
16 Mensenoffers
24 Te speels voor mijn leeftijd
25 Is psychologie wel een wetenschap?
28 Herbelevingen en machteloosheid
29 Is de aard van de mens goed of slecht?