
de ontwikkeling van mijn denken door ruud moors 39 laagopgeleid en hoogopgeleid
Met enige regelmaat lees ik in de krant en hoor ik tijdens lezingen vergelijkingen tussen hoogopgeleiden en laagopgeleiden. Mensen met een lage opleiding blijken dan bijvoorbeeld vaker op bepaalde partijen te stemmen. Er zal vast wel gedegen onderzoek gedaan zijn naar het opleidingsniveau van mensen die op verschillende partijen stemmen, maar waarom eigenlijk? Is dat wel interessant? De suggestie die van deze onderverdeling uitgaat is dat verstandige mensen niet op bepaalde partijen stemmen. Hoogopgeleid wordt immers vaak geassocieerd met slimmer zijn en laagopgeleid met dommer zijn. Tijdens een lezing waarbij ik aanwezig was werd eerst een filmpje vertoond waarin een hoogbegaafd stel het krijgen van kinderen steeds maar weer, op grond van rationele argumenten, uitstelde, terwijl een laagbegaafd stel zonder er bij na te denken, kind na kind na kind kreeg. Degene die daarna een betoog hield had het echter niet over mensen met een hoge begaafdheid en mensen met een lage begaafdheid, maar over mensen met een hoge opleiding en mensen met een lage opleiding. Ik beschouwde dat als een Freudiaanse verspreking. Dat iemand hoogbegaafd is wil niet zeggen dat die persoon ook hoog opgeleid is. Dat iemand laagbegaafd is wil ook niet per se zeggen dat die persoon een lage opleiding heeft. Dat hangt van verschillende factoren af, waarbij afkomst een veel bepalender factor is dan begaafdheid. De kans dat een kind van analfabete ouders een gymnasiumadvies krijgt is helaas bijzonder klein, zelfs als dat kind hoogbegaafd is. De kans dat een kind van een miljonair niet op de universiteit terecht komt is evenredig klein, ook als dat kind maar zeer matig begaafd is.
Waarom ergert het me zo dat er vergelijkingen getrokken worden tussen laagopgeleiden en hoogopgeleiden? Ik denk dat dat met mijn afkomst te maken heeft. Mijn ouders, zeker geen domme mensen, waren, naar de maatstaven die bij dit soort onderzoeken gehanteerd worden, beiden laagopgeleid. Dat was ik ook, dat wil zeggen tot mijn tweeëntwintigste. Het enige diploma dat ik had was MAVO, en dat diploma stelde niet veel voor. Ondanks dat diploma mocht ik, toen ik 22 was, wel naar de kunstacademie, een HBO-opleiding. Ik mocht er meteen in het eerste vakjaar beginnen en sloeg het oriënterende jaar over. Na vier jaar kreeg ik mijn kunstacademiediploma en was ik (redelijk) hoogopgeleid. Was ik daardoor ineens slimmer? Welnee. Toen ik een opleiding tot creatief therapeut handvaardigheid wilde volgen moest ik een toelatingsexamen doen, omdat MAVO niet voldeed en, vreemd genoeg, de kunstacademie niet als vooropleiding gold. Ik bleek een meer dan voldoende ontwikkelingsniveau te hebben. Toch was ik feitelijk, volgens de normen van de overheid , laag opgeleid. Een lage opleiding betekent niet dat je ook een laag ontwikkelingsniveau hebt.
Van alle Nederlanders is 2 procent hoogbegaafd. Dat zijn 340.000 mensen. Van die hoogbegaafden redt maar 20 procent het tot en met de universiteit. De andere 80 procent (een meerderheid van maar liefst 272.000 hoogbegaafden) heeft dus een lagere opleiding! Laat dat even tot u doordringen. Dat betekent dat van de slimste mensen die we in Nederland hebben maar een heel klein deel hoogopgeleid is. Slechts één op de vijf! Dat gegeven alleen al bewijst dat het niet juist is om hoogopgeleid zijn te verwarren met hoogbegaafd zijn.
Welke groep vindt het belangrijk om een onderscheid te maken tussen laagopgeleiden en hoogopgeleiden? Juist; de hoogopgeleiden. Op die manier bepalen ze tot welke groep ze zelf behoren en plaatsen ze de groep waar ze niet toe menen te behoren aan de andere kant. Vandaar ook de gemakzuchtige associatie met hoogopgeleid en slim en verstandig zijn en laagopgeleid en dom en onverstandig zijn. Als je dan kunt zeggen dat het opvallend is dat de kiezers van een bepaalde partij vooral laagopgeleiden zijn, dan is dat geen waardevrij statement. De onderliggende boodschap is dat je op zo’n partij als hoogopgeleide natuurlijk niet moet stemmen, zeker niet als je die partij ook nog ‘populistisch’ noemt. En natuurlijk is die partij populistisch want die laagopgeleiden stemmen er massaal op. De suggestie dat dat nooit een verstandige keuze kan zijn, druipt er bijna vanaf.
Dat laagopgeleiden anders kiezen dan hoogopgeleiden komt niet omdat laagopgeleiden dommer zijn, maar omdat ze ervaren hebben dat hun belangen er voor de heersende politiek niet toe doen. Dat is de reden dat ze weinig vertrouwen hebben in die politiek. Hoogopgeleiden hebben dat vertrouwen veel meer, wat zou kunnen liggen aan het feit dat hun belangen door de heersende politiek wel of althans beter behartigd worden. Stel dat je aan een hoogopgeleide projectontwikkelaar, die een voor hem profijtelijk contact heeft met min of meer corrupte wethouders, vraagt of hij vertrouwen heeft in de politiek, dan is de kans groot dat hij dat vertrouwen wel degelijk heeft, ook al weet hij dat de wethouders met wie hij omgaat zich zeker niet altijd aan de regels houden. Dat is in zijn voordeel, dus waarom zou hij dat als bezwaarlijk zien? Stel dat iemand die bij een thuishulporganisatie werkt, maar door politieke besluitvorming haar baan kwijtraakt en dan datzelfde werk weer aangeboden krijgt maar dan voor veel minder salaris, dan zal die thuiszorgmedewerkster, ook al is alles precies volgens de regeltjes gegaan, niet veel vertrouwen in de politiek meer hebben. Dat laagopgeleiden het vertrouwen in de politiek veel meer verloren hebben dan hoogopgeleiden zou dus wel eens te maken kunnen hebben met het feit dat laagopgeleiden vaker de dupe zijn van politiek beleid. Dan is het niet raar dat laagopgeleiden het vertrouwen in de politiek verloren hebben en hoogopgeleiden veel minder.
Maar die analyse ontbreekt meestal als het onderscheid tussen hoogopgeleid en laagopgeleid gemaakt wordt.
Is het niet beter om op een andere manier de achtergronden van kiezers te onderzoeken? Stel dat we onderzoeken wat het gemiddelde IQ is van kiezers. Dan zou het wel eens zo kunnen zijn dat het gemiddelde IQ van PVV-stemmers op hetzelfde niveau ligt als dat van VVD-stemmers, terwijl het gemiddelde IQ van SP-stemmers gelijk blijkt te zijn aan dat van Groen-links-stemmers, en dat dat laatste IQ beduidend hoger ligt. Per slot van rekening betekent het feit dat iemand laag is opgeleid niet dat hij een laag IQ heeft, sterker nog, zoals ik al heb aangetoond, hebben de meeste hoogbegaafden geen universitaire opleiding, ook al hebben ze een bovengemiddeld hoog IQ. Ik herhaal het nog maar eens; slimheid en opleiding zijn echt twee verschillende dingen. Sommige mensen met een lage opleiding hebben een hoger ontwikkelingsniveau dan sommige mensen met een hoge opleiding. Daarnaast is het wellicht ook heel interessant om te kijken naar het empathisch vermogen van kiezers. Daar zijn betrekkelijk eenvoudige testen voor. Misschien komen we dan wel tot de conclusie dat de stemmers op de VVD en de PVV een sterke overeenkomst vertonen in een gebrek aan empathisch vermogen en dat dat vermogen juist bij kiezers van de SP, de Partij van de Dieren en de ChristenUnie bovengemiddeld aanwezig is. Het zou natuurlijk nog interessanter zijn als deze hypothese door zo’n onderzoek finaal wordt weerlegd. Hoewel ik me niet kan voorstellen dat stemmers op de VVD en de PVV gemiddeld een groot empathisch vermogen blijken te hebben. Maar ik kan me natuurlijk vergissen.
Natuurlijk mag er onderscheid gemaakt worden tussen laagopgeleiden en hoogopgeleiden. Daar is op zich niets op tegen, zolang het daar niet bij blijft. Maar maak dan ook verschil tussen mensen die weinig bezitten en mensen die veel bezitten en kijk wat dat voor een verschillen in politieke keuzes veroorzaakt. En, om de suggestie te vermijden dat laagopgeleid gelijk staat aan dom en onverstandig , en hoogopgeleid aan slim en verstandig, betrek er dan ook de werkelijke verstandelijke vermogens van mensen in en test ook het IQ en het empathisch vermogen van mensen. Dan pas krijg je echt inzicht in wat mensen de keuzes doet maken die ze maken. Als je alleen maar een keuze maakt tussen laagopgeleid en hoogopgeleid weet je eigenlijk nog niks. Maar je suggereert natuurlijk wel heel veel. Nog los van het feit dat je de (steeds meer groeiende) kloof tussen beide groepen hiermee eerder bevestigt dan kleiner maakt.
Waar ik overigens echt pissig van kan worden is de suggestie dat het aan de laagopgeleiden zelf zou liggen dat hun kinderen minder kansen krijgen in het onderwijs. Ik weet uit persoonlijke ervaring dat dat onzin is. Niet alleen omdat ik zelf minder kansen heb gehad doordat ik ouders had die ‘laagopgeleid’ werden genoemd, maar ook omdat ik ruim zeventien jaar projecten draaide op zogenaamde achterstandsscholen. Zelden werden leerlingen die op zo’n basisschool zaten naar een HAVO verwezen, en dat een leerling van zo’n school naar een gymnasium ging heb ik in die zeventien jaren nog nooit meegemaakt. Toch heb ik er een groot aantal bovengemiddeld intelligente leerlingen mogen ontmoeten. Meestal werd er als reden voor een onderadvies ‘het onvermogen van de ouders om zo’n kind bij zijn studie te ondersteunen’ gegeven. De ouders volgden dat advies omdat ze vertrouwden in degenen die hun dat advies gaven. Dat was precies hetzelfde wat mijn broer, mijn zus en mij was overkomen toen onze ouders ‘adviezen’ kregen voor het voortgezet onderwijs. Degenen die die adviezen gaven waren zelf hoogopgeleid. Het enige wat je laagopgeleide ouders zou kunnen verwijten is dat ze vertrouwen hebben in de adviezen die hoogopgeleiden hen geven. Er is geen naam voor het dedain waarmee hoogopgeleiden naar laagopgeleiden kijken, maar het is hetzelfde dedain waar racisme en seksisme hun oorsprong in vinden. Op (kinderen van) laagopgeleiden neerkijken is ook een vorm van discriminatie. Discriminatie van vrouwen ligt niet aan vrouwen, maar aan degenen die discrimineren. Discriminatie van zwarten ligt niet aan zwarten maar aan degenen die hun discrimineren. Discriminatie van (kinderen van) laagopgeleiden ligt niet aan laagopgeleiden maar aan degenen die hen discrimineren.
Dat wou ik maar even gezegd hebben.
15 Miljardairs
16 Mensenoffers
24 Te speels voor mijn leeftijd
25 Is psychologie wel een wetenschap?
28 Herbelevingen en machteloosheid
29 Is de aard van de mens goed of slecht?