Mijn oom Pierre had geen gevoel voor humor. Hij begreep grappen niet. Hij nam alles letterlijk. Elke week kwamen een aantal ooms van me, samen met mijn vader bij elkaar om te gaan kaarten. Ook mijn oom Pierre was daar bij. Op een gegeven moment riep mijn oom Theo, nadat hij zijn kaarten had bekeken, quasi verbaasd uit: ‘Wat heb ik nou aan mijn fiets hangen?’ ‘Pierre, ga jij eens even kijken wat Theo aan zijn fiets heeft hangen!’ riep mijn vader. Mijn oom Pierre liep naar buiten, draalde daar even rond, kwam weer terug met gefronste wenkbrauwen en zei: ‘Maar Theo is toch met de auto!’ Waarom iedereen in lachen uitbarstte, ontging hem volkomen.

Ik kan me eigenlijk niet voorstellen hoe het moet zijn om geen gevoel voor humor te hebben.

Mijn oom Pierre was een lieve man. Er zat geen kwaad in. Hij had alleen geen gevoel voor humor, en miste daardoor een aansluiting bij zijn medemensen die mensen met humor wel hebben. Mijn broer en ik waren dol op hem. Hij nam ons, ook al waren we kinderen, volkomen serieus. Hij was door zijn humorloosheid helemaal niet in staat om mensen niet serieus te nemen.

Ik denk niet dat Mao gevoel voor humor had. Ook van Saddam, Hitler en Stalin lijkt me dat onwaarschijnlijk. En iemand als Erdogan lijkt me die eigenschap ook volledig te missen. Poetin lijkt me nog wel enig gevoel voor humor te hebben, maar iemand als Mugabe niet. Het is niet zo dat mensen die geen humor hebben daardoor dictators worden die geen enkele tegenspraak dulden, maar dictators die geen enkele tegenspraak dulden hebben vrijwel geen van allen gevoel voor humor.

Humorloosheid is een gebrek.

Fundamentalisten hebben geen gevoel voor humor. Daardoor is hun ernst dodelijk. Dat betekent niet dat mensen zonder humor vanzelf fundamentalist zijn. Mijn oom Pierre had weliswaar geen gevoel voor humor, maar een fundamentalist was hij zeker niet.

Fundamentalisten nemen hun eigen gelijk te serieus. Ze zijn, omdat ze geen humor hebben, niet in staat om hun eigen gelijk te relativeren. En juist daardoor zijn ze een ramp voor de samenleving als ze de macht krijgen om die samenleving naar hun hand te zetten.

Het communisme mislukte niet omdat het zo’n slecht systeem was, maar omdat degenen die het systeem gebruikten geen humor hadden. Mao was niet in staat om zijn eigen ideeën te relativeren omdat hij zich niet kon voorstellen dat iets wat hij bedacht had niet waar zou kunnen zijn of niet zou kunnen werken. Dat zijn denkbeelden tot rampen leidden waardoor miljoenen mensen opgeofferd werden, was voor hem geen probleem. Zijn grote gelijk was voor hem belangrijker dan het bestaansrecht van tientallen miljoenen medemensen. Dat is het probleem van fundamentalisten; ze offeren met een opvallend gemak de levens van hun medemensen op voor het eigen gelijk.

Als je om jezelf kunt lachen, jezelf kunt relativeren, dan doe je dat niet.

Zonder humor is de samenleving een hel.

Maar ergens om  lachen is niet vanzelf humor.

In China werd er, naar verluidt, vaak uitbundig door omstanders gelachen als iemand een ernstig ongeluk kreeg. Ultiem leedvermaak. Dat heeft volgens mij niets met humor te maken.

Humor is het vermogen om te relativeren. Humor is pas humor als het grappig is, als er een vorm van vrolijkheid aan te pas komt, bijvoorbeeld door een tegenstrijdigheid of een ontwapenende eerlijkheid. Leedvermaak is iets anders. Leedvermaak is eigenlijk de ultieme humorloosheid. Fundamentalisten hebben leedvermaak als mensen die anders denken dan zij, lijden. Genieten van lijden is het tegenovergestelde van humor. Hoewel sommige mensen zullen zeggen dat het er de zwarte kant van is.

Het belang van humor wordt zwaar onderschat. Hoe fundamentalistischer een maatschappij is, des te zwaarder de onderschatting van het belang van humor en des te zwaarder ook de overschatting van het belang van ernst. Ik heb niks tegen ernst, maar zonder humor kan ik ernst niet serieus nemen. In zekere zin neem ik humor ernstig. Ernst zonder humor is onzin. Altijd. Fundamentalisten verkopen onzin, maar ze zijn niet in staat om dat te zien omdat ze geen humor hebben.

Humorloosheid is een ernstig gebrek.

Een leider die altijd ernstig is en nooit ergens om kan lachen, is een gevaarlijke leider. Een leider hoort humor te hebben. Leiders zonder humor worden uiteindelijk altijd tirannen. Eigenlijk ken ik geen enkel voorbeeld uit de geschiedenis van een tiran die gevoel voor humor had. Integendeel. Alle tirannen die ik op kan noemen, waren volstrekt humorloos. Er zijn weliswaar dictators met gevoel voor humor, maar tirannen met gevoel voor humor, dat bestaat, bij mijn weten, niet.

Vroeger waren koningen, vanzelfsprekend, ook dictators, maar niet alle koningen waren tirannen. Daar waar de nar niks van de koning te vrezen had, was het leven beter dan daar waar de koning geen nar had, of zelfs de nar zich gedeisd moest houden.

Humor kan ook troostend zijn. Lachen met je eigen noodlot kan dat noodlot dragelijker maken. Maar dat luistert nauw. Ik mag grappen maken over mijn eigen noodlot, maar iemand anders mag diezelfde grappen niet maken, omdat een grap die ik over mijn eigen noodlot maak zelfrelativerend werkt, terwijl diezelfde grap, als een ander die maakt, leedvermaak is. Humor is niet simpel. Humor is ingewikkeld. Ernst is simpel. Ernst is eenduidig en daardoor simpel, terwijl humor meerduidig is en daardoor ingewikkeld.

Het is eigenlijk vreemd dat er mensen zijn die een grote intelligentie hebben en geen gevoel voor humor hebben, terwijl er ook mensen zijn die veel minder intelligent zijn en wel gevoel voor humor hebben. Blijkbaar is het gevoel voor humor een gave die los staat van intelligentie. Dat gevoel voor humor een gave is, staat voor mij als een paal boven water. Dat het niet hebben van gevoel voor humor een gebrek is, ook.

Ik ben blij dat ik gevoel voor humor heb.