Iedereen denkt te weten wat liefde is. Toch denken mensen verschillend over liefde. Liefde is een vreemd en eigenaardig iets. Als je liefde voor iets voelt en ergens liefde aan geeft dan raak je niets kwijt en word je er alleen maar rijker van. Als je echt van iemand houdt en je kijkt naar die persoon, dan word je vervuld van de liefde die je aan die persoon geeft. Als je luistert naar muziek waar je van houdt, raak je ook niets kwijt, integendeel; de liefde die je aan de muziek schenkt, maakt je rijker. Dat is wat liefde doet. Maar dat doet het alleen als je liefde geeft. Als je liefde opeist, verlangt naar het verkrijgen van liefde, dan werkt het niet. Zelfs als je dan liefde krijgt, voel je je nog leeg. Liefde voel je pas echt als je het geeft.

Liefde is accepteren wat er is zoals het is.

Ik hou van het leven en ik accepteer het leven zoals het zich aan me voordoet. Omdat ik van het leven hou, ben ik niet bang voor de dood. De dood is immers onderdeel van het leven. En ik accepteer het leven volledig, inclusief de dood.

Liefde vernietigt alle angst.

Helaas is het omgekeerde ook waar. Angst vernietigt alle liefde. Dat is waarom ik er niet voor wil kiezen om angst te creëren. Maar ik wil angst ook niet afwijzen uit angst voor de angst, want ook de angst voor de angst vernietigt liefde. Het lukt me niet altijd om, door middel van liefde, angst te vernietigen. Soms word ik zo door angst overmand dat die angst mijn vermogen tot liefhebben vernietigt. Niet dat ik dan niet meer geloof in liefde, maar ik kan er dan niet meer uit putten.

Ik was negentien toen ik voor de eerste keer trouwde. Erg stabiel was ik niet. Ik had geen idee hoe ik me aan de wereld waarin ik leefde moest aanpassen en was getrouwd met een vrouw die daar geen enkele moeite mee leek te hebben. Bij haar zocht ik beschutting. Zij trouwde met me omdat ze bang was dat ze anders ‘over zou blijven’. Ze was zes jaar ouder en ik was de eerste man waarmee ze een echte relatie kreeg. Ik geloof niet dat ze me vond voldoen. Ze probeerde me te veranderen in de man waarnaar ze verlangde. Dat lukte niet. ‘Als je echt van me hield dan zou je dit of dat wel zo of zus hebben gedaan,’ zei ze vaak. Ik bleek vaak dingen niet te doen die ik volgens haar wel had moeten doen en vaak dingen te doen die ik volgens haar juist niet had moeten doen. Over wat ik goed deed had ze het nooit. Dat deed er eigenlijk niet toe. Hoe langer we getrouwd waren, hoe meer ik me voelde falen. Ik heb haar een keer gevraagd wat ze dan van me wilde, maar daar wilde ze geen antwoord op geven omdat ik dat, volgens haar, wel zou weten als ik echt van haar hield. Uiteindelijk realiseerde ik me dat ik, hoe ik ook mijn best zou doen, in de ogen van mijn echtgenote nooit zou gaan voldoen, behalve als ik totaal iemand anders zou worden en zelfs dan was het onzeker of dat niet ook als een zwaktebod zou worden gezien. Na vijf jaar was ik het beu om steeds maar weer niet te voldoen in de ogen van mijn echtgenote en ging ik weg. Aan iedereen die het maar horen wilde, vertelde ze, na onze scheiding, hoe en waarom ik, in haar ogen, steeds weer had gefaald. Toch was ze niet blij dat ik weg was, integendeel. Het feit dat ik weg was gegaan nam ze me ook kwalijk. Vreemd. In de vijf jaar dat we getrouwd waren, was de liefde die ik wel degelijk voor haar gevoeld had, volslagen verdwenen. De angst om, in haar ogen, niet te voldoen had die liefde vernietigd. Haar liefde voor mij, als die er al geweest was, was ook door angst vernietigd. Eigenlijk was ze altijd bang dat ik haar uiteindelijk weer zou verlaten, een angst die, als een zichzelf vervullende voorspelling, ook bewaarheid werd.

Liefde is accepteren wat er is zoals het is. Als je het object van je liefde wilt veranderen, ondermijn je de liefde. Als je het object van je liefde voor eigen gewin wilt gebruiken, ondermijn je de liefde. Als een vrouw haar man wil veranderen, ondermijnt ze de liefde. Als een man zijn vrouw wil onderdrukken, ondermijnt hij de liefde. Liefde kan alleen maar in vrijheid gedijen. Zodra angst om de hoek komt kijken, vernietigt dat de liefde.

Vierendertig was ik toen ik mijn levenspartner tegenkwam. Ze had mij niet nodig om gelukkig te zijn. Ik had haar ook niet nodig om gelukkig te zijn. Zij verlangde niet van mij dat ik aan haar verlangens voldeed en ik deed dat andersom ook niet. Wat ze me gaf ontving ik als een cadeautje, wat ik haar gaf ontving zij als een cadeautje. Ik heb nooit geprobeerd om haar te veranderen, want ik vond haar goed zoals ze was. Ze heeft nooit geprobeerd om mij te veranderen want ze vond mij goed zoals ik was. Het heeft ons allebei geen enkele moeite gekost om ons met elkaar te verbinden, omdat we er niets voor op hebben hoeven geven. Zij heeft mij lief zoals ik ben. Ik heb haar lief zoals zij is. We accepteren elkaar zoals we zijn. Iedere dag voel ik een immense liefde voor mijn echtgenote. Iedere dag vertel ik haar dat ik van haar hou, en zij doet hetzelfde bij mij. We hebben, in de achtentwintig jaar die we bij elkaar zijn, nooit ruzie gehad. Problemen lossen we op als ze nog klein zijn. Als een probleem zo groot is dat je er ruzie door krijgt, ben je eigenlijk al te laat. Een ruzie ontstaat altijd uit angst. En angst vernietigt liefde. Ik ben nog steeds bang, maar niet voor mijn echtgenote. Ze helpt me om die angst te overwinnen, door me lief te hebben, door me met angst en al te accepteren. Haar liefde helpt me mijn angsten te overwinnen. Andersom is dat ook zo. Dat weet ik omdat ze me dat verteld heeft. Ze is mijn grote geluk, mijn grote liefde in dit leven.

Als je je partner niet vindt voldoen, laat hem of haar dan gaan. En ga dan eerst bij jezelf te rade of je jezelf wel vindt voldoen. Als dat niet zo is, dan is dat de basis van de angst waarmee je liefde vernietigt. Accepteer jezelf dan, zoals je bent, met al je zwakke punten, zelfs met al je angsten. Als je jezelf, inclusief je angsten, kunt liefhebben, dan kun je die angsten, met die liefde voor jezelf, wel aan.

Mijn eerste echtgenote hield niet van zichzelf. Ze kon zich ook niet voorstellen dat ik van haar zou houden. Ze was niet gelukkig en wilde dat ik dat voor haar op zou lossen. Ze nam me kwalijk dat ik dat niet kon. Voor ze me kende was ze al niet gelukkig. Ze kon me niet verwijten dat ze niet gelukkig was, omdat ik dat niet had veroorzaakt, dus verweet ze me dat ik dat gevoel niet kon laten verdwijnen. Dat kwam omdat ik niet genoeg van haar hield. Dat lag aan mij. En daar vond ze troost in. Zo kon ze mij er de schuld van geven. En het werkte; ik voelde me ook schuldig. Alleen loste het niets op. Ze bleef ongelukkig en ik werd er ook hoogst ongelukkig door.

Angst vernietigt liefde. Liefde vernietigt angst.