
de ontwikkeling van mijn denken door ruud moors 61 autodidactiek
Alles wat ik als baby leerde heb ik mezelf geleerd. Een van de eerste dingen die ik leerde was dingen grijpen. In het begin greep ik nog wel eens mis, maar na een tijdje lukte het me om alles te grijpen wat binnen grijpafstand lag. Ook leerde ik mezelf om te draaien, van mijn buik naar mijn rug en andersom. Ook zitten, staan en lopen heb ik mezelf geleerd, althans ik ben er niet in onderwezen. Het werd me wel voorgedaan, maar dat is iets anders.
Baby’s doen hun medeschepselen na en leren zichzelf de vaardigheden die ze bij anderen opmerken. Als een kind door honden of wolven wordt opgevoed dan gaat het zich ook als een hond of wolf gedragen. Als een kind wordt toegesproken op een manier zoals volwassenen elkaar toespreken dan neemt het die taal over. Mijn zoon hebben we nooit ‘kinderlijk’ toegesproken. Dat was ook aan zijn taalgebruik te merken. Hij ging pas ‘kinderlijk’ praten toen hij zo’n jaar of zes was. Dat nam hij van zijn klasgenootjes over.
Waarom volwassenen baby’s op zo’n kinderlijk toontje toespreken, heb ik nooit begrepen. Waarom zou je je kind taalgebruik voordoen dat het later weer af moet leren? Dan kun je het toch beter meteen goed doen. Mijn zoon had zich ook Engels geleerd door cd’s van Disney, ‘Magic English’ geheten. Daardoor wist hij hoe je bepaalde Engelse woorden uitsprak. Toch begon hij die woorden rond zijn zesde ‘verkeerd’ te zeggen en toen ik hem daarop wees, zei hij dat dat de manier was waarop ‘wij’ het op school zeggen. Hij wist wel dat het anders moest, maar paste zich aan de norm van zijn peergroep aan.
De meeste mensen worden geboren met een intrinsieke drang om te leren door middel van imitatie. Opvoeden is dan ook in essentie voorleven, voordoen hoe het moet. Als je je kind slaat dan leer je het dat slaan een geoorloofde manier is om een ander te dwingen te doen wat jij wilt dat die ander doet. Als je slaan geen geoorloofde manier vindt om de ander te dwingen te doen wat jij wilt dat die ander doet en ook niet wilt dat je kind dat leert, dan mag je je kind niet slaan. Je kunt niet het slechte voorbeeld geven en van je kind verwachten dat hij of zij dat slechte voorbeeld niet volgt.
Dankzij de neiging om te leren door middel van imitatie is ieder mens, vanaf zijn geboorte, in staat om zichzelf te onderwijzen. Ieder mens wordt als autodidact geboren. Zolang het kind geen onderwijs krijgt, ontwikkelt het zich razendsnel. De ontwikkeling die een kind doormaakt tussen zijn nulde en zijn vierde is gigantisch. Er is geen periode in zijn leven waarin de leerontwikkeling die snelheid ook maar in de verste verte evenaart. Vanaf vier jaar komt het kind in het onderwijssysteem terecht. Vanaf dan gaat de ontwikkeling een stuk trager. Hoe komt dat?
In de eerste vier jaar van zijn leven maakt de mens vooral gebruik van zijn autodidactische vermogens, en die zijn enorm. Er is niemand die beter weet hoe te leren dan een kind tot zijn vierde jaar. Grijpen, zitten, lopen, praten, eten, spelen, fantaseren, begrijpen, communiceren; allemaal dingen die de mens zich in die vier eerste jaren van zijn leven eigenmaakt zonder dat een pedagoog heeft bedacht hoe hij of zij dat moet doen. En als je kinderen in die levensfase alleen maar voedt in hun interesses, sta je vanzelf versteld van hun gigantische leervermogen.
Mijn zoon leerde zichzelf lezen. Dat kon natuurlijk alleen maar omdat wij hem daarin faciliteerden. Toen we zagen dat hij letters fascinerend vond, gaven we hem houten letters en vertelden hem welke klanken die representeerden. We merkten al snel dat hij woorden probeerde te lezen en uiteraard stimuleerden we dat. Maar we onderwezen hem niet. Dat wil zeggen; wij bepaalden niet hoe zijn leerproces moest verlopen, dat lieten we aan hemzelf over. Hij was veel beter dan wij in staat om zijn eigen leerproces vorm te geven.
Ik leerde door mijn zoon de kracht van autodidactiek te herontdekken. ‘Als hij, met minimale hulp, zichzelf kan leren lezen, zou ik dan misschien ook, door zelfstudie, klassiek chinees kunnen leren ontcijferen?’ zo dacht ik. Ik kocht een paar studieboeken en begon te studeren. Het spreken van chinees liet ik voor wat het was. Ik spreek en versta geen chinees. Dat hoeft ook niet, want om klassiek chinees te kunnen lezen, hoef je alleen maar te kunnen achterhalen wat de betekenis van de karakters is. Het karakter voor ‘vrouw’ betekent ‘vrouw’. Dat dat karakter in het chinees als ‘nü’ wordt uitgesproken, is niet noodzakelijk om de betekenis te ontcijferen.
Uiteraard moest ik ook de structuur van die geschreven taal leren, en alle eigenaardigheden, zoals het gegeven dat het chinees geen onderscheid maakt tussen zelfstandige naamwoorden en werkwoorden en ook geen werkwoordsvervoegingen kent. Maar na een paar maanden zelfstudie kon ik, met behulp van een aantal woordenboeken, de oorspronkelijke klassiek-Chinese tekst van de Dao De Jing ontcijferen. Ik denk dat me dat jaren had gekost als ik er officieel onderwijs in had gehad. Dan had ik namelijk ongelofelijk veel kennis over me heen gestort gekregen waarvan de docent vond dat ik dat ook moest weten voordat ik me aan die klus zou mogen wagen.
Ik was ruim in de vijftig toen ik begon met het ontcijferen van klassiek chinees. Het was niet alleen heerlijk om te merken dat ik dat kon, maar ook dat ik daardoor kennis kon nemen van teksten die tot dan toe onbereikbaar voor me waren. Na de Dao De Jing begon ik met het vertalen van Liezi. Daar was, op het moment dat ik met die vertaling begon, geen volledige vertaling van in het Nederlands, alleen een slechte bewerking van Jef Last die de oorspronkelijke tekst niet echt recht deed. De oorspronkelijke tekst was een openbaring. Wat een heerlijk boek, en hoe fantastisch om dat zelf te vertalen.
Normaal worden namen niet vertaald, maar dat deed ik natuurlijk wel en daaruit bleek dat de betekenis van die namen niet toevallig is. Liezi is in vertaling Meester Alleman (of Iedereen). Dat heeft eenzelfde betekenis als ‘Elckerlyck’ in de Nederlandse literatuur. Meester Liezi wordt geïntroduceerd als een Meester die door de elite van zijn land gezien werd zoals ze het gewone volk zagen, als volslagen onopvallend, als een van de velen. Vandaar die naam! Als je dat niet vertaalt dan blijft dat verborgen.
Er zijn mensen die er niets van begrijpen dat ik, zonder hulp van een leerkracht, mezelf verdiept heb in klassiek chinees en in Chinese filosofie. ‘Hoe weet je dan of je alles precies goed doet en of je het allemaal wel goed begrijpt?’ is me wel eens gevraagd. Die mensen denken dat leren en onderwijzen hetzelfde is. Maar dat is niet zo. Als je onderwezen wordt dan bepaalt een ander wat je moet weten, dan moet je je aan de veronderstelde expertise van die leerkracht onderwerpen. Dat betekent in veel gevallen dat je ook de tunnelvisie van die expert krijgt. Als ik geïnteresseerd ben in filosofie dan lees ik liever zelf wat filosofen geschreven hebben dan dat ik me door de een of andere expert laat vertellen wat die filosoof bedoeld zou hebben. Dat leidt alleen maar af.
Zoals een vriendje van mijn zoon zei: ‘Ik denk liever zelf na!’
Een van de vakken die me op de middelbare school onderwezen werden was Duits. Dat zou eigenlijk een eitje geweest moeten zijn, niet alleen omdat het dialect dat wij thuis spraken meer op het Duits dan op het Nederlands leek, maar ook omdat wij vaak naar de Duitse televisie keken. Daardoor verstond ik Duits prima, alleen het spreken ging niet vloeiend (hoewel ik me goed verstaanbaar kan maken als dat nodig is). Het onderwijs in het Duits bleek vooral te bestaan in het uit het hoofd leren van rijtjes. Ich bin, du bist, er ist, dat soort flauwekul.
Als ik op die manier het Maastrichtse dialect had moeten leren spreken, dan had ik het nu nog niet gekund en voor Nederlands geldt hetzelfde. Dat leerden we, feitelijk als tweede taal, omdat dat de taal was waarop we op school aangesproken werden. Het leren daarvan ging automatisch. Bij Duits was dat niet het geval. Zo snel ik kon heb ik het vak laten vallen. Niet omdat ik geen Duits had willen leren, maar omdat ik op deze manier niet in Duits onderwezen wilde worden.
Alle belangrijke dingen die ik geleerd heb, heb ik mezelf geleerd, door te vertrouwen in mijn eigen autodidactische vermogen. Dat is een aangeboren vermogen. Onderwijs, in de enge zin, vernietigt dat vermogen of ondermijnt het op zijn minst. En dat is jammer, want dat autodidactische vermogen is, in mijn ogen, het meest krachtige leervermogen dat we hebben. Ik leer pas echt als ik dat vermogen aanspreek.
15 Miljardairs
16 Mensenoffers
24 Te speels voor mijn leeftijd
25 Is psychologie wel een wetenschap?
28 Herbelevingen en machteloosheid
29 Is de aard van de mens goed of slecht?
32 Alles hangt met alles samen
39 Laagopgeleid en hoogopgeleid
45 Wat weet je als je weet hoe iets heet?
46 Als je er een naam aan geeft, bestaat het dan?
47 Irrationaliteit als machtsmiddel